Textiel is letterlijk "al wat geweven is". Het woord is afgeleid van
het Latijnse woord "texere" dat weven betekent.
In het moderne spraakgebruik wordt
textiel veel ruimer gebruikt: textiel is een materiaal, dat bestaat uit filamenten (eindloze draden) of vezels (korte stukjes draad). Textiel is praktisch altijd vervormbaar en kan
een, twee- of driedimensionaal zijn.
De samenhang in het textiele materiaal
ontstaat door de grondstoffen te spinnen, twijnen (of kableren of slaan), weven,breien, knopen, vlechten of door er vilt (een soort harig vlies) van te vormen.
Van
grondstof naar product:
1.Vezel
(herkomst grondstof)
2.Draad /
garen (binden vezels)
3.Stof (van
garen naar lap)
4.Product
(assembleren)
5.(nabewerking,
kan na iedere stap)
Elke stap
geeft het materiaal weer een gebruikseigenschap mee die bepalend is voor de
uitstraling, het gebruik en het onderhoud!
Vezels
moeten verwerkt worden tot een garen.
Ze worden om
elkaar gedraaid zodat er een garen ontstaat. Dit kan door de draden te
• Twisten /
spinnen (enkele draad)
• Twijnen (ineen draaien van getwiste draden,
sterker!)
Grondstoffen
De
grondstof waaruit textiel gemaakt wordt zijn filamenten of vezels. Bij het
benoemen van de grondstoffen spreekt men echter altijd van vezels en niet van
filamenten.
De textiele grondstoffen kan men indelen in de volgende groepen:
·
natuurlijke grondstoffen
·
vezels van plantaardige
afkomst
·
vezels van dierlijke
afkomst
·
kunstmatige grondstoffen
·
vezels met een natuurlijke
oorsprong
·
vezels met een synthetische
oorsprong.
De voornaamste plantaardige vezel is nog steeds katoen, gevolgd door linnen. Hennep, brandnetels en bamboe worden inmiddels ook
toegepast in kleding. Andere vezels zijn manilla, sisal, kokos enz. De
belangrijkste dierlijke vezel is wol en daarna zijde, angora, camel en diverse
andere haar soorten
Natuurlijke
grondstoffen – meestal vezels, klein/kort
Plantaardige
vezels (op basis van cellulose)
·
katoen
·
linnen
·
jute
·
kokos
·
sisal
Dierlijke
vezels (op basis van eiwit)
·
wol
·
leer (huid! Zijn wel vezels maar aan 1 stuk)
·
haarsoorten
·
zijde ( natuurlijk filament!
·
Kunstmatige grondstoffen -Filamenten, oneindig
·
*kunstmatig geproduceerd
·
(Viscose) wel natuurlijke basis!
·
Polyester
·
Polyamide
·
Poly
acryl
·
Acetaat
·
nylon
Wat is belangerijk om te weten over stoffen..
Katoen is een natuurlijke stof die je overal ziet: van broeken (zoals jeans) tot jasjes en t-shirts
Plus: draagt prettig, neemt veel vocht op en wit katoen kan zelfs op 95 graden gewassen worden.
Min: kreukt flink en heeft dus een strijkbeurt nodig. Ook kan de kleur vervagen. Dit is overigens afhankelijk van de kwaliteit van de verf.
2.Wol
Wol is afkomstog van de vacht van schapen. Het is een echt wintermateriaal voor bijvoorbeeld sjaals, truien en vesten.
Plus: Het is warm, zacht, zeer vocht vasthoudend en reinigt zichzelf. Han een gedragen trui in een vochtige ruimte en de stofdeeltjes laten vanzelf los.
Min: Krimpt snel. Alleen met de hand of op het wol was programma wassen.
3. Linnen
Linnen is een natuurlijk materiaal, dat je zomers veel ziet. Bijvoorbeeld bij los vallende blouses.
Plus: Lijkt op katoen maar glanst meer en is grover van structuur.
Min: Loopt vrij snel uit en kreukt flink. Maar bij een nonchalante look hoef je linnen niet te strijken.
Viscose is de kunstmatige variant van katoen. Je ziet het veel in t-shirts, jurken rokken en blouses.
Plus: net als katoen is viscose vocht absorberend en prettig draagbaar.
Min: is vrij slap van structuur en als de stof nat wordt, bijvoorbeeld door zweet, trek je er makkelijk een gat in. Daarom is viscose niet geschikt voor onder meer sportkleding.
Acryl is een synthetische wol vervanger en wordt veel gebruikt in sokken, sjaals en truien. Ook zomerse, los vallende cocooning truien kunnen van acryl zijn.
Plus: is net als wol, heerlijk warm. Maar kan wel op 30 of 40 graden gewassen worden
Min: Pilt snel
6. Polyester
Polyester wordt als synthetische stof veel gebruikt in dameskleding: blouses, jurken en t-shirts. 100% polyester komt wel voor maar meestal wordt de stof gemengd met bijv. katoen.
Plus: is sterk, strijkvrij en vormvast.
Min: 100% polyester neemt geen vocht op en kan dus zweterig aanvoelen.
7.Nylon
Nylon is de merknaam van de synthetische stof polyamide en wordt vooral op de huid gedragen. Denk aan bh's en panty's
Plus: is sterk, vormvast en kreukt niet
Min: neemt geen vocht op en kan daarom zweterig aanvoelen.
8. Elasthaan
elasthaan is een rekbaar, synthetisch rubber. Een hulpstof waarvan waak een paar procent aan een ander materiaal wordt toegevoegd.
Plus: draagt zeer comfortabel. Daarom bestaat een jeans bijvoorbeeld uit 98% katoen en 2% elasthaan.
Min: kan niet in de droger want dan gaat de rek uit.
9. Hennep
Hennep groeit ook in Nederland en is de afgelopen 10 jaar steeds populairder geworden. De bastvezel lijkt op die van linnen. Je ziet het materiaal dan ook bij zomerse, los vallende kleding.
Plus: Net als linnen is hennep grof van structuur en licht glanzend. Je kunt er ook fijne breisels van maken.
Min: Kreukt flink. Tenzij je een nonchalante look wilt, moet je hennep goed strijken.
10. Bamboe
Bamboe is een katoenvervanger en wordt op dezelfde manier gefabriceerd als viscose. Je vindt het materiaal steeds vaker in bijv. handdoeken, sokken en overhemden.
Plus: is zacht, comfortabel, slijtvast, antibacterieel en absorbeert drie keer meer vocht dan katoen. Dit doordat bamboe microgaatjes bevat.
Min: net als viscose is bamboe vrij slap van structuur.